Antwoord:
Van alle uitdagingen waar het Christendom heden ten dage mee te maken krijgt, is het grootste probleem misschien wel hoe het lijden van mensen verklaard moet worden. Hoe kan een liefhebbende God toestaan dat er lijden bestaat in de wereld die Hij gemaakt heeft? Voor mensen die zelf veel lijden te verduren hebben gehad, is dit veel méér dan een filosofisch vraagstuk – het is een diepgewortelde persoonlijke en emotionele vraag. Hoe gaat de Bijbel met dit vraagstuk om? Geeft de Bijbel ons voorbeelden van lijden, en handvatten om met lijden om te gaan?
De Bijbel is opvallend realistisch wanneer het aankomt op het probleem van langdurig lijden. Ten eerste wijdt de Bijbel een heel boek aan hoe je met lijden moet omgaan. Dit boek gaat over een man die Job heet. Het boek begint met een tafereel in de hemel, waaruit de lezer de achtergrond van Jobs lijden kan opmaken. Job lijdt omdat God twistte met Satan. Voor zover we weten was dit op geen enkel moment bekend bij Job of zijn vrienden. Daarom is het niet verrassend dat ze er allemaal moeite mee hebben om Jobs lijden te verklaren vanuit het perspectief van hun onwetendheid, totdat Job uiteindelijk alleen maar berust in de trouw van God en de hoop op Zijn verlossing. Noch Job, noch zijn vrienden begrepen op dat moment de redenen voor zijn lijden. Job zwijgt zelfs, wanneer hij eindelijk voor de Heer komt te staan. Jobs stilzwijgen doet helemaal niets af aan de enorme pijn en het grote verlies dat hij zo geduldig verdragen had, want hiermee wordt juist het belang onderstreept van vertrouwen op Gods doelstellingen te midden van lijden (zelfs als wij niet weten wat die doelstellingen zijn). Het lijden wordt, net als alle andere dingen die een mens overkomen, geleid door de gezaghebbende wijsheid van God. Uiteindelijk leren we dat we misschien nooit precies zullen weten waarom wij lijden, maar we moeten vertrouwen op onze soevereine God. Dat is het werkelijke antwoord op lijden.
Een ander voorbeeld van lijden in de Bijbel is het verhaal van Jozef in het boek Genesis. Jozef werd als slaaf verkocht door zijn eigen broers. In Egypte werd hij valselijk beschuldigd en in de gevangenis gegooid. Als gevolg van Jozefs lijden en volharding, door Gods genade en macht, wordt hij later bevorderd tot gouverneur van Egypte en is hij na de farao zelf de belangrijkste in het land. Hij blijkt in de positie om voorzieningen te treffen voor de volken van de wereld gedurende een tijd van hongersnood, inclusief zijn eigen familie en de broers die hem als slaaf verkochten! De boodschap van dit verhaal wordt samengevat in Jozefs toespraak tot zijn broers in Genesis 50:19-21: “Jullie hadden kwaad tegen mij in de zin, maar God heeft dat ten goede gekeerd, om te bewerken wat er nu gebeurt: dat een groot volk in leven blijft. Wees dus niet bang. Ik zal zelf voor jullie en jullie kinderen zorgen.”
Romeinen 8:28 bevat troostende woorden voor mensen die ontbering en lijden moeten doorstaan: “Wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens Zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede”. In Zijn voorziening dirigeert God elke gebeurtenis in ons leven – zelfs lijden, verleiding en zonde – om zowel ons tijdelijke als ons eeuwige voordeel te bewerkstelligen.
De psalmschrijver David doorstond veel lijden in zijn tijd, en dit is terug te zien in veel van zijn liederen die verzameld zijn in het boek Psalmen. In Psalm 22 horen we Davids angst: “Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? U blijft ver weg en redt mij niet, ook al schreeuw ik het uit. ‘Mijn God!’ roep ik overdag, en U antwoordt niet, ‘s nachts, en ik vind geen rust. U bent de Heilige, Die op Israëls lofzangen troont. Op U hebben onze voorouders vertrouwd; zij hebben vertrouwd en U verloste hen, tot U geroepen en zij ontkwamen, op U vertrouwd en zij werden niet beschaamd. Maar ik ben een worm en geen mens, door iedereen versmaad, bij het volk veracht. Allen die mij zien, bespotten mij, ze schudden meewarig het hoofd: ‘Wend je tot de HEER! Laat Hij je verlossen, laat Hij je bevrijden, Hij houdt toch van je?'”
Het blijft voor David een raadsel waarom God niet ingrijpt en een einde maakt aan zijn lijden en pijn. Hij ziet God als de Heilige op de troon, de lofprijzing van Israël. God woont in de hemel waar alles goed is, waar geen tranen of angst zijn, geen honger en geen haat. Wat weet God af van wat de mensen moeten doorstaan? David vervolgt met de klacht: “honden staan om mij heen, een woeste bende sluit mij in, zij hebben mijn handen en voeten doorboord. Ik kan al mijn beenderen tellen. Zij kijken vol leedvermaak toe, verdelen mijn kleren onder elkaar en werpen het lot om mijn mantel”.
Heeft God David ooit geantwoord? Ja, vele eeuwen later kreeg David zijn antwoord. Pakweg duizend jaar later werd een afstammeling van David, genaamd Jezus, gedood op een heuvel die Golgotha heet. Op het kruis doorstond Jezus het lijden en de schaamte van zijn voorvader. De handen en voeten van Christus werden doorboord. De kleding van Christus werd verdeeld onder zijn vijanden. Mensen stonden Christus aan te gapen en bespotten Hem. En zowaar sprak Christus de woorden uit waar David deze psalm mee begint: “Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?” – waarmee Hij Zich vereenzelvigd met het lijden van David.
Christus, de eeuwige Zoon van God in Wie de volheid van God verblijft, heeft op aarde geleefd als mens en heeft honger, dorst, verleiding, schaamte, vervolging, naaktheid, rouw, verraad, bespotting, onrechtvaardigheid en de dood moeten doorstaan. Daarom kan Hij vervulling geven aan het verlangen van Job: “Was er maar Iemand Die tussen ons rechtsprak, Die over ons beiden Zijn gezag kon laten gelden. Dan zou Zijn hand mij niet meer straffen en Zijn verschrikking mij niet meer overweldigen. Dan zou ik spreken zonder Hem te vrezen – maar nee, dat is mij niet vergund” (Job 9:33).
Feitelijk is de Christelijke leer de enige wereldvisie die consequent een zinvol antwoord heeft op het probleem van lijden en het kwaad. Christenen dienen een God Die op deze aarde geleefd heeft en trauma, verleiding, rouw, marteling, honger, dorst, vervolging en zelfs de doodstraf doorstaan heeft. Het kruis van Christus kan gezien worden als de ultieme uiting van Gods rechtvaardigheid. Wanneer iemand vraagt hoeveel het God kan schelen dat er lijden en kwaad zijn, kan de Christelijke God naar het kruis wijzen en zeggen: “Zoveel kan het Mij schelen”. Christus heeft zowel fysieke pijn als gevoelens van afwijzing en verlating meegemaakt. Hij maakte hetzelfde lijden mee als veel van onze tijdgenoten die de verbittering van eenzaamheid, pijn en beklemming kennen.