www.GotQuestions.org/Nederlands



Vraag: "Wat wordt er mee bedoeld dat Jezus de Zoon van David is?"

Antwoord:
Zeventien verzen in het Nieuwe Testament beschrijven Jezus als de “Zoon van David". Maar de vraagt rijst hoe Jezus de Zoon van David zou kunnen zijn, als David zo’n 1000 jaar vóór Jezus leefde? Het antwoord is dat Christus (de Messias) de vervulling was van de profetie over de nakomelingen van David (2 Samuel 7:14-16). Jezus was de beloofde Messias, hetgeen betekende dat Hij een nakomeling van David was. Matteüs 1 verschaft het genealogische bewijs dat Jezus, in Zijn menselijkheid, een directe afstammeling van David was via Jozef, de wettige vader van Jezus. De genealogie in hoofdstuk 3 van Lucas geeft de bloedlijn van Jezus via Zijn moeder, Maria en haar vader, Eli. Jezus is een afstammeling van David middels de adoptie door Jozef, en als bloedverwant via Maria. Maar wanneer Christus de Zoon van David genoemd wordt, wordt in de eerste plaats verwezen naar Zijn Messiaanse titel zoals in het Oude Testament over Hem geprofeteerd.

Jezus werd meerdere malen aangesproken met “Heer, Zoon van David” door mensen die, in geloof, genade of genezing zochten. De vrouw wiens dochter door een kwade geest bezeten werd (Matteüs 15:22), de twee blinden langs de weg (Matteüs 20:30) en de blinde Bartimeüs (Marcus 10:47) riepen allemaal naar de Zoon van David om hulp. De eretitels die zij Hem gaven bevestigden hun geloof in Hem. Door Hem “Heer” te noemen gaven zij uiting aan hun besef van Zijn Goddelijkheid, heerschappij en macht, en door Hem “Zoon van David” te noemen, verkondigden zij dat Hij de Messias was.

De Farizeeën begrepen ook wat er bedoeld werd toen het volk Jezus de “Zoon van David” noemde. Maar anders dan de mensen die in geloof riepen, waren zij zo verblind door hun eigen trots en gebrek aan begrip van de Schrift dat zij niet konden zien wat de blinde bedelaars wel zagen, namelijk dat daar de Messias was waar ze zogenaamd al hun hele leven op hadden gewacht. Zij haatten Jezus omdat Hij hen niet de eer wilde geven die zij dachten te verdienen. Dus toen ze hoorden dat het volk Jezus als de Verlosser uitriep, werden ze woest (Matteüs 21:15) en spanden samen om Hem uit de weg te ruimen (Lucas 19:47).

Jezus bracht de schriftgeleerden en Farizeeën nog verder in verwarring door hen te vragen of zij de betekenis van juist deze titel konden uitleggen. Hoe kan het zijn dat de Messias de Zoon van David is als David zelf Hem “mijn Heer” noemt (Marcus 12:35-37)? Natuurlijk konden de wetgeleerden die vraag niet beantwoorden. Jezus ontmaskerde daarmee de ongeschiktheid van de Joodse leiders als leraren en hun onwetendheid over de leer van het Oude Testament over de ware aard van de Messias. Daardoor vervreemdden ze nog verder van Hem.

Jezus Christus, de enige Zoon van God en de enige weg naar de verlossing van de wereld (Handelingen 4:12), is ook de Zoon van David, zowel in lichamelijke als in geestelijke zin.

© Copyright Got Questions Ministries