Vraag: "Waarom bereikten de mensen in het boek Genesis zo'n hoge leeftijden?"
Antwoord:
Waarom de mensen in de eerste hoofdstukken van het boek Genesis zo'n hoge leeftijden bereikten is enigszins een mysterie. Er bestaan vele theorieën van Bijbelse Schriftgeleerden en wetenschappers. De genealogie in Genesis 5 beschrijft de stamlijn van de godvruchtige nakomelingen van Adam; de stamlijn die uiteindelijk de Messias zou voortbrengen. God zegende deze stamlijn mogelijk met een lang leven vanwege hun godvruchtige aard en hun gehoorzaamheid. Hoewel dit een mogelijke verklaring is, zegt de Bijbel nergens uitdrukkelijk dat deze hoge leeftijden alleen voorbehouden waren aan de individuen die in Genesis hoofdstuk 5 worden genoemd. Daarnaast zegt Genesis hoofdstuk 5 niet dat de genoemde individuen, met uitzondering van Enos, uitzonderlijk godvruchtige mensen waren. Het is waarschijnlijker dat alle mensen in die tijd honderden jaren oud werden. Verschillende factoren droegen hier waarschijnlijk aan bij.
Genesis 1:6-7 noemt “het water erboven”, een “gewelf” van water dat de aarde omgaf. Een dergelijk “watergewelf” zou op de hele aarde een soort broeikaseffect hebben geschapen en zou een groot gedeelte van de straling die tegenwoordig de aarde bereikt hebben tegengehouden. Dit zou mogelijk voor ideale leefomstandigheden op de aarde gezorgd kunnen hebben. Dit lijkt een heel goede mogelijkheid te zijn, wanneer we in beschouwing nemen hoe snel de menselijke levensduur na de zondvloed begon af te nemen. Genesis 7:11 geeft waarschijnlijk aan dat het “watergewelf” tijdens de zondvloed over de aarde werd uitgestort en dat hierdoor de ideale leefomstandigheden werden beëindigd. Vergelijk de leeftijden vóór de zondvloed (Genesis 5:1-32) maar eens met de leeftijden na de zondvloed (Genesis 11:10-32). Meteen na de zondvloed is de gemiddelde levensduur al drastisch afgenomen.
Een andere factor die in beschouwing moet worden genomen is dat de menselijke genetische code in de eerste generaties na de schepping nog niet veel defecten bevatte. Adam en Eva werden perfect geschapen. Zij waren ongetwijfeld bijzonder resistent tegen ziekten en kwalen. Hun nakomelingen zouden deze voordelen van hen geërfd hebben, maar in mindere mate. En na verloop van tijd raakte de menselijke genetische code als gevolg van de zonde steeds meer verdorven en werd de mens steeds vatbaarder voor ziekten (en zelfs de dood). Dit zou dan een veel lagere levensduur tot gevolg hebben.