Antwoord:
Matteüs 24:5-8 geeft ons belangrijke aanwijzingen, zodat we de nadering van de eindtijd kunnen herkennen: “Want er zullen velen komen die mijn naam gebruiken en zeggen: ‘Ik ben de messias’, en ze zullen veel mensen misleiden. Jullie zullen berichten horen over oorlogen en oorlogsdreiging. Laat dat je dan niet verontrusten, die dingen moeten namelijk gebeuren, al is daarmee het einde nog niet gekomen. Het ene volk zal tegen het andere ten strijde trekken en het ene koninkrijk tegen het andere, en overal zullen er hongersnoden uitbreken en zal de aarde beven: dat alles is het begin van de weeën.” Steeds meer mensen die beweren de messias te zijn, steeds meer oorlogen, hongersnood, en natuurrampen - dat zijn de “tekenen” van de eindtijd. Maar zelfs in deze passage wordt ons een waarschuwing gegeven. We moeten ons niet laten bedriegen (Matteüs 24:4), omdat deze gebeurtenissen slechts het begin van de weeën zijn (Matteüs 24:8) en het einde nog moet komen (Matteüs 24:6).
Veel mensen zien elke aardbeving, elke politieke verschuiving en elke aanval op Israël als onmiskenbare tekenen zijn dat de eindtijd snel dichterbij komt. Hoewel deze gebeurtenissen inderdaad tekenen zijn dat de eindtijd nadert, zijn zij niet noodzakelijkerwijs indicatoren dat de eindtijd al zou zijn aangebroken. De apostel Paulus waarschuwt ons dat de laatste dagen gepaard zullen gaan met een toename in valse leer. “Maar de Geest zegt nadrukkelijk dat in de eindtijd sommigen het geloof zullen verlaten, doordat ze luisteren naar dwaalgeesten en naar wat demonen hun leren” (1 Timoteüs 4:1). De laatste dagen zullen “zwaar” zijn vanwege het groeiende kwaadaardige karakter van de mens en vanwege de mensen die “nooit in staat zullen zijn de waarheid te kennen.” (2 Timoteüs 3:1-9; zie ook 2 Tessalonicenzen 2:3)
Andere mogelijke tekenen zijn onder meer de wederopbouw van de Joodse tempel in Jeruzalem, een toegenomen vijandigheid tegen Israël en pogingen om één enkele wereldregering in te stellen. Het meest prominente teken van de eindtijd is echter de staat Israël. In 1948 werd Israël voor het eerst sinds 70 na Christus weer als een soevereine staat erkend. God beloofde Abraham dat Hij zijn nakomelingen Kanaän “voor altijd in bezit” zou geven (Genesis 17:8), en Ezechiël voorspelde een stoffelijke en geestelijke opwekking van Israël (Ezechiël 37). Het bestaan van het volk Israël in een eigen land is belangrijk in het licht van de profetieën over de eindtijd, vanwege Israëls prominente aanwezigheid in de eschatologie (Daniël 10:14; 11:41; Openbaring 11:8).
Met deze dingen in het achterhoofd kunnen we met wijsheid en onderscheidingsvermogen nadenken over de nadering van de eindtijd. Maar, we kunnen geen enkele van deze gebeurtenissen afzonderlijk als een duidelijke aanwijzing beschouwen dat de eindtijd spoedig zal aanbreken. God heeft ons voldoende informatie gegeven dat we ons kunnen voorbereiden, maar niet zo veel informatie dat we arrogant zouden kunnen worden.