Antwoord:
Het idee achter het “in de Geest vallen” is dat een voorganger iemand handen oplegt en dat die ander vervolgens op de grond valt, zogenaamd overweldigd door de kracht van de Geest. Mensen die het “in de Geest vallen” praktiseren gebruiken Bijbelse passages die spreken over mensen die “als dood neervallen” (Openbaring 1:17) of voorover op de grond vallen (Ezechiël 1:28; Daniël 8:17-18; Daniël 10:7-9). Maar er bestaat een aantal verschillen tussen dit Bijbelse “voorover vallen” en de praktijk van het “in de Geest vallen”.
1. Het Bijbelse vallen was het gevolg van de reactie van een mens op dingen die hij in een visioen waarnam of dingen die geen alledaagse gebeurtenissen waren, zoals de transfiguratie van Christus (Matteüs 17:6). In de on-Bijbelse praktijk van het “in de Geest vallen” reageert iemand op de “aanraking” van een ander of op de beweging van de arm van de spreker.
2. De Bijbelse gevallen waren bijzonder zeldzaam. Dit gebeurde slechts enkele keren in de levens van slechts enkele mensen. In het geval van het fenomeen van het “in de Geest vallen” is het vallen een wekelijkse gebeurtenis in hun gemeenten en een ervaring die velen beleven.
3. In de Bijbelse gevallen vallen mensen voorover uit ontzag voor wat zij gezien hebben of voor Wie zij gezien hebben. In het geval van het nagemaakte “in de Geest vallen”, vallen mensen achterover als reactie op een armgebaar van de spreker of als gevolg van een aanraking (of duw, in sommige gevallen) van een kerkleider.
We beweren niet dat alle gevallen van het “in de Geest vallen” vervalsingen zijn of reacties op een aanraking of duw. Een groot aantal mensen ervaart een energie of een kracht die hen achterover doet vallen. Maar we kunnen voor dit idee geen Bijbelse basis vinden. Jazeker, er kunnen krachten of energie bij betrokken zijn, maar als dat zo is dan zijn die waarschijnlijk niet van God afkomstig en niet het gevolg van het werk van de Heilige Geest.
Het is jammer dat mensen zich op dergelijke bizarre namaaksels richten, die geen geestelijke vruchten voortbrengen, en niet de praktische vrucht nastreven die de Geest ons geeft met het doel om Christus met onze levens te verheerlijken (Galaten 5:22-23). De vervulling van de Geest wordt niet bewezen door dergelijke vervalsingen, maar door een leven dat overstroomt met het Woord van God, zodat het Woord overloopt in geestelijke liederen en dankzegging aan God. Mogen Efeziërs 5:18-20 en Galaten 5:22-23 een afbeelding van onze levens zijn!