Vraag
Wat is de geschiedenis van het christendom?
Antwoord
De geschiedenis van het Christendom is feitelijk de geschiedenis van de Westerse beschaving. Het Christendom heeft enorme invloed op de samenleving als geheel, kunst, taal, politiek, recht, het gezinsleven, onze tijdsrekening, muziek, en zelfs de manier waarop we denken. Dit alles is gekleurd door de christelijke invloed van bijna twee millennia. Daarom is het belangrijk om het verhaal van de kerk te kennen.
Het begin van de Kerk
De kerk begon 50 dagen na de opstanding van Jesus (ca.AD 35). Jezus had beloofd dat Hij Zijn kerk zou bouwen (Matteüs 16:18). Met de komst van de Heilige Geest op de Pinksterdag (Handelingen 2:1-4) begon de officiële kerk (de kerk = “ekklesia” = “de eruit geroepen mensen”). Drieduizend mensen reageerden op de preek van Petrus die dag en kozen ervoor om Christus te volgen.
De eerste bekeerlingen tot het christendom waren Joden of mensen die tot het Jodendom bekeerd waren. De kerk concentreerde zich rond Jeruzalem. Om die reden werd het Christendom in eerste instantie gezien als een Joodse sekte, verwant aan de Farizeeën, de Sadduceeën of de Essenen. Maar wat de apostelen predikten was radicaal anders dan wat andere Joodse groepen leerden. Jezus was de Joodse Messias (de gezalfde koning) die was gekomen om de wet te vervullen (Mattheüs 5:17) en een nieuw verbond in te stellen op basis van Zijn dood (Marcus 14:24). Dit bericht, met de beschuldiging dat zij hun eigen Messias hadden gedood, maakte vele Joodse leiders woedend. Sommigen, zoals Saulus van Tarsus, namen zelfs actie om “De Weg”, d.w.z Jezus' volgelingen of zelfs deze gedachten, uit te roeien. (Handelingen 9:1-2)
Het Christendom heeft zijn wortels in het Jodendom. Het Oude Testament heeft de basis gelegd voor het Nieuwe Testament en het is onmogelijk om het christendom volledig te begrijpen zonder praktische kennis van het Oude Testament (zie de boeken van Mattheüs en Hebreeën). Het Oude Testament verklaart de noodzaak van een Messias, bevat de geschiedenis van het volk van de Messias, en voorspelt de komst van de Messias. Het Nieuwe Testament beschrijft deze komst van de Messias en Zijn werk om ons te redden van de zonde. Jezus vervulde in Zijn leven meer dan 300 specifieke profetieën, waaruit blijkt dat Hij degene was die in het Oude Testament werd verwacht.
De groei van de vroege Kerk
Niet lang na Pinksteren werden de deuren van de kerk opengesteld voor niet-Joden. De evangelist Filippus predikte tot de Samaritanen (Handelingen 8:5) en velen van hen geloofden in Christus. De apostel Petrus predikte tot de heidense huishouden van Cornelis (Handelingen 10) en ook zij ontvingen de Heilige Geest. De apostel Paulus (de vroegere vervolger van de kerk) verspreidde het evangelie over de hele Grieks-Romeinse wereld tot aan Rome (Handelingen 28:16) en uiteindelijk helemaal tot in Spanje.
Tegen 70 na Christus, het jaar waarin Jeruzalem werd verwoest, waren de meeste boeken van het Nieuwe Testament afgerond en circuleerden deze onder de kerken. In de volgende 240 jaren werden Christenen vervolgd door Rome, soms willekeurig, soms op bevel van de overheid.
In de 2e en 3e eeuw, kreeg het leiderschap van de kerk een steeds hiërarchischer structuur naarmate het aantal volgelingen groeide. Verschillende ketterijen werden in deze tijd aan het licht gebracht en verworpen, en de Nieuwtestamentische canon kwam zo tot stand. Christenvervolgingen werden steeds heviger.
De opkomst en groei van de Roomse Kerk
In het jaar 312 beweerde de Romeinse Keizer Constantijn bekeerd te zijn tot het Christendom. Ongeveer 70 jaar later, tijdens het bewind van Theodosius, werd het Christendom de officiële godsdienst van het Romeinse Rijk. Bisschoppen kregen ereplaatsen in de regering. Rond het jaar 400 na Christus werden de termen “Romeins” en “Christelijk” vrijwel synoniem gebruikt.
Vanwege Constantijn werden Christenen niet meer vervolgd. Na verloop van tijd waren het de heidenen die verdrukt werden, tenzij ze zich “bekeerden” tot het Christendom. Zulke gedwongen bekeringen hebben ertoe geleid dat vele mensen kerkelijk werden zonder dat ze echt in hun harten waren veranderd. De heidenen brachten hun afgoden en praktijken die zij gewend waren binnen de kerk. Zo veranderden de kerkgebouwen: iconen, uitgebreide architectuur en verering van heiligen werden toegevoegd aan de eenvoud van de manier van aanbidding binnen de vroege kerk. Rond dezelfde tijd trokken sommige christenen zich terug uit Rome om een afgezonderd monnikenleven te leiden. Tegelijkertijd werd de kinderdoop geïntroduceerd als middel om de erfzonde “weg te wassen”.
Door de loop van de volgende eeuwen heen werden verschillende kerkraden gehouden in een poging om de officiële doctrine van de kerk te bepalen, evenals misbruiken af te keuren en ook om vrede tussen strijdende partijen te sluiten. Terwijl het Romeinse Rijk steeds zwakker werd, werd de kerk krachtiger ondanks dat er nog veel onenigheid uitbrak tussen de kerken in het Westen en die in het Oosten. De westerse (Latijnse) kerk, gevestigd in Rome, beweerde apostolisch gezag over alle andere kerken te hebben. De bisschop van Rome was begonnen om zichzelf de “paus” (“Papa” = “de Vader” in Latijn) te noemen. Dit viel niet goed bij de oosterse (Griekse) kerk, gevestigd in Constantinopel. Theologische, politieke, procedurele en taalkundige verdeeldheid droegen allemaal bij aan het Grote Schisma in 1054, waar de Rooms-Katholieke (“Universele”) Kerk en de Oosters-orthodoxe Kerk alle banden met elkaar verbroken.
De Middeleeuwen
Tijdens de Middeleeuwen in Europa bleef de Rooms-Katholieke Kerk aan de macht, terwijl de pausen gezag hielden over alle rangen en standen van die tijd, zelfs over de koningen. Corruptie en hebzucht binnen de kerkleiding was heel normaal. Van 1095-1204 steunden de pausen een reeks bloedige en dure kruistochten in een poging om te voorkomen dat Moslims Jeruzalem zouden veroveren.
De Reformatie
Door de jaren heen hadden een aantal mensen geprobeerd om aandacht te vragen voor de theologische, politieke en humanitaire problemen van de Roomse kerk. Allen werd op de een of andere manier het zwijgen opgelegd. Maar in 1517 nam een Duitse monnik, Maarten Luther, stelling tegen de kerk. Iedereen hoorde van het ophangen van de 95 stellingen. Met Luther kwam de protestantse Reformatie op gang en daarmee het einde van de Middeleeuwen.
De hervormers, zoals Luther, Calvijn en Zwingli, hadden verschillende meningen over theologische details, maar ze waren consistent wat betreft hun nadruk op de Bijbel als het hoogste gezag (in plaats van de kerkelijke tradities) en het feit dat zondaars worden gered door genade, door geloof alleen, zonder werken. (Efeziёrs 2:8-9)
Hoewel het katholicisme een heropkomst in Europa doormaakte en een reeks van oorlogen tussen protestanten en katholieken volgde, had de Reformatie met success de macht van de Rooms-Katholieke kerk ontmanteld. De reformatie was een leidraad naar de moderne tijd.
Het tijdperk van de zendingen
Van 1790 tot 1900 toonde de kerk een ongekende interesse voor zendingswerk. Kolonisatie had de ogen geopend voor de behoefte aan zendingswerk en de industrialisatie verschafte de financiële mogelijkheid zendelingen te steunen. Zendelingen, ofwel missionarissen, gingen de hele wereld over om het evangelie te verkondigen waardoor er over de gehele wereld kerken werden opgericht.
De moderne (huidige) Kerk
Vandaag de dag hebben zowel de Rooms-katholieke Kerk als de Oosters-orthodoxe Kerk maatregelen getroffen om hun verbroken relatie te herstellen, net als de Katholieken en de Lutheranen. De Evangelische Kerk is sterk onafhankelijk en stevig geworteld in de gereformeerde theologie. Tegelijkertijd zijn er binnen de kerk ook ontstaan: De Pinksterbeweging, de Charismatische beweging, Oecumenisme, en diverse sekten.
Wat we van onze geschiedenis kunnen leren.
Het belangrijkste dat we kunnen leren uit de kerkgeschiedenis is om ons Gods woord eigen te maken en tot ons te laten spreken (“in ons te laten wonen”, Kolossenzen 3:16). Ieder van ons is verantwoordelijk om erachter te komen wat de Bijbel zegt zodat we hiernaar kunnen leven. Op het moment dat de kerk vergeet wat de bijbel leert en negeert wat Jezus leerde, krijgt chaos de overhand.
Er zijn vandaag de dag veel kerken, maar slechts één evangelie. Het is “het geloof dat voor eens en altijd aan de heiligen is overgeleverd” (Judas 1:3). Dat we vooral maar voorzichtig mogen zijn om het geloof te behouden en door te geven zonder wijziging. Dan zal God de kerk blijven bouwen en Zijn belofte vervullen.
English
Wat is de geschiedenis van het christendom?